MAAT NEMEN
A-B
Meet de afstand vanaf het oksel naar de gewenste pareo hoogte
Zet deze afstand af op de rugpand van je basis patroon.
B-C
Meet deze afstand, dit word de pareo lengte
B-E
Meet deze afstand voor de halve rugbreedte
G-H
Is dezelfde afstand als E-F
I-J
Is dezelfde afstand als E-F
K-H
Meet deze afstand
K-L
Is 2/3 van de afstand K-H
*
Meet de afstanden I-L en L-G op.
Deel deze afstand door 2 , tel bij dit getal de afstand B-E, dit wordt de 1/2 pareo breedte.
Striklengte 60 cm (naar keuze)
Strikbreedte 4 cm (naar keuze)
>
>
>
>
PATROON TEKENEN
PAND
M-N
1/2 pareo breedte
N-O
pareo lengte + 4 cm (strikbandbreedte)
O-P
1/2 pareo breedte
M-Q en N-R
4cm (strikbandbreedte)
Q-S
2x afstand E-F Zet bij S een pasteken.
Teken vanaf punt S de zoom rond bij, zie stippellijn.
>
STRIKLINT
T-V
Striklengte
V-W
2x strikbreedte
T-U
2x Striklengte
Verdeel de punten T-U door de helft
Meet bij T en U 4 cm (strikbreedte) naar rechts.
Teken de stiklint.
>
>
>
KNIP HET PATROON UIT MET 1 CM NAADTOESLAG
>
>
WERKBESCHRIJVING
>
>
Verdeel Q-Q door de helft zodat punt X ontstaat.
X-Y
1/3 rugbreedte (2x halve rugbreedte)
X-Z
2/3 rugbreedte
Geef deze punten aan met een rijgdraadje.
Q-S
Rimpel deze afstand op tot 4 cm ( strikbandbreedte)
>
>
>
L
Vouw de striklint in de lengte dubbel met de goede kanten van de stof op elkaar.
Stik de striklint, rode lijn.
M
Knip de hoekjes van de naadtoeslag en keer de striklint met de goede kant van de stof buiten.
N
Rijg en strijk de striklinten plat.
>
>
>
Speld de stiklinten op de pareo, onder de vouwlijn, op het gerimpeld stukje.
T
Vouw het beleg op de vouwlijn om en stik de korte kanten af zodat de striklinten vast komen te zitten.
V
Knip de hoekjes van de naadtoeslag en vouw het beleg op de vouwlijn terug naar binnen.
>
>
>
Stik het beleg vast
Stik rondom een zoom in de pareo.
Zet de aangegeven punten Z en Y met een stiksteekje op de zijnaad vast, zie blauwe pijltjes.
>
Succes!